"Uit de oude doos" - 24 juli 2009
Drie
maanden, dat was mijn doel. Maar, in mijn achterhoofd dat het bij nummer 1
maar drie weken heeft geduurd en dat ik toen nóg te lang had doorgeploeterd, ging
ik er stiekem van uit dat het maar één week zou duren...
De flesvoeding en de Avent startersset waren dus al lang, gesterriliseerd en
al, in huis. Ja, mensen, het gaat over borstvoeding. Een heikel onderwerp.
De media gooien je bijna dood met hyper-succes-stories van juichende en
vrolijke vrouwen die hun kroost de borst geven. Prangende, recht vooruit
staande tieten kijken je aan en vrolijke kindjes van tussen 6 maanden en 2 jaar, blakend van gezondheid,
staren in de camera.
Iedere reclame voor flesvoeding, begint met: "nu ik mijn kindje niet
langer de borst geef", of "nu ik weer ga werken en geen borstvoeding
meer ga geven," oftewel: dat moet je dus wél eerst doen. Het is zelfs zo,
dat producenten van flesvoeding geen reclame mogen maken voor voeding nummer 1,
voor kindjes van 0 tot 6 maanden en dat winkels flesvoeding nummer 1 niet in de
aanbieding mogen zetten.
De borstvoedingslobby geeft iedere vrouw die gevoelig is voor de druk
van dit soort propaganda, het gevoel te falen als zij geen borstvoeding gaat
geven, en al helemaal als de borstvoeding mislukt.
Zo ook ik, bij mijn eerste kind. Wat voelde ik me tekortschieten, dat ik, na drie
weken ploeteren en pijn lijden, er de brui aan gaf. Waarom zag ik er niet uit
als die vrolijke, mooie vrouwen met al net zo vrolijke en gezonde kindjes uit
de bladen? En daarom heb ik nog zo lang mogelijk gewacht met stoppen (ja, ik
meldde zelfs iedereen dat ik het een maand had volgehouden, liegbeest).
Eenmaal aan de flesvoeding werd ik weer een beetje mens. De pijn verdween, maar
vooral: mijn kind was tevreden, dus minder gehuil... Ik nam me dus voor om bij
mijn tweede kind niet te lang te wachten met de overstap, als het meteen al
weer niet goed ging.
Nummer 2 was een feit, de eerste keer aanleggen ook. Wat een feest! Als een
natuurtalent vond ze mijn tepel en begon gretig te zuigen. En alsof het zo
bedoeld was (oh ja, dat is ook zo) begon de productie van mijn voeding al snel
overuren te draaien. Tepelkloofjes werden in de kiem gesmoord en de stuwing was goed
te hebben, omdat mijn kleine meid zo gulzig was. Kortom, het liep!
Weken aan een stuk gaf ik online adviezen aan andere vrouwen die nog wat
worstelden met hun voeding. Ik voelde me zo fantastisch. Ik hoorde bij die
vrouwen uit de bladen. Ik voedde overal waar ik maar was, had zelfs een handig
borstvoedings t-shirt, om discreet in het openbaar te kunnen voeden.
En mijn meisje werd groter en groter. Merkbaar vrolijk, zoog mijn kleine trots
alle goede en gezonde voedingstoffen op. En mama leek wel slagroom te maken,
want het kleinste kledingmaatje was binnen no-time terug de kast in.
Zo gezond als ze eruit zag, zo moe ging mama er uit zien. Al die goede stoffen
en vitaminen leken rechtstreeks naar dochterlief te gaan en mama trok aan het
kortste eind. Ik kromp. Letterlijk in kilo's, maar dat vond ik niet zo erg.
Maar ook figuurlijk. In het begin putte ik nog energie uit dat mooie gezichtje,
dat zo prachtig omhoog keek, als ze bij me dronk en aan het gevoel 'erbij te
horen'.
Maar aan die energie heeft een mens niet genoeg. Ik werd verdrietiger, maar
vooral MOE! Per 1 september zou mijn dochter naar de opvang gaan en dan wilde
ik afgebouwd zijn. Op 1 augustus zou ik starten met afbouwen.
Ik heb het niet gehaald. Nog 2 dagen heb ik tegen mezelf gezegd: ach, nog
anderhalve week en dan is het 1 augustus. Maar toen dacht ik ineens weer aan
mijn voornemen niet te lang door te ploeteren. En ik betrapte me zelf erop: ik
doe het weer. Ik wil zo lang mogelijk borstvoeding geven, 'omdat dat zo hoort,
omdat het beter is en omdat je dan kunt zeggen: "ik heb RUIM drie maanden
borstvoeding gegeven."
Idioot! Anderhalve week met tegenzin en op van vermoeidheid... En ineens werd
ik helder. Het was vrijdag 24 juli. Exact dertien weken daarvoor, was mijn
kleine meid geboren. Drie maanden, dat was toch mijn doel? Wat een mooi moment om te stoppen met afbouwen. Maar
vooral: omdat ik het wil! Het is genoeg.
Mijn kleine meid gaat vanaf nu groot en gezond worden op flesvoeding. Net als
haar grote broer. En wat heeeeeeerlijk om te zien hoe gulzig mijn kleine meid
in de ogen van papa kijkt, als ze uit de 'plastic boobie' mag drinken. En hoe
verliefd papa terugkijkt. Eindelijk kan hij ook voeding geven. Eindelijk is er dát
contact. Wauw!
Mijn borsten prangen alles behalve vooruit, maar ze hebben dan ook een flinke
klus geklaard. Ach ja, ander voordeel is er nu wel: ik hoef straks geen
voedingsbeha's meer aan, maar kan me gewoon weer gaan hijsen in sexy, kanten
niemendalletjes, strapless gevallen of zelfs helemaal geen. Want: straks kunnen
de pads de vuilnisbak in. Geen angst meer voor lekplekken, geen zorgvuldig
gekozen shirts, omdat je anders die stomme lekpads zou zien zitten.
Ik ben er klaar mee. Halleluja!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten